Ik ben dit schooljaar in verschillende scholen geweest,
zowel voor mijn stage als voor
vervangingen en wat mij opviel was het grote
verschil aan ‘muzische aanwezigheid’ in de verschillende scholen. Het zou me te
ver leiden om al deze scholen te bespreken daarom beperk ik me tot mijn
stageschool waar ik mijn stage in een 6de leerjaar heb gedaan.
Wat mij opviel toen ik voor de eerste keer binnen liep bij
Regina Pacis in Hove, waren de kunstwerken (gemaakt door leerlingen én
leerkrachten) die overduidelijk in de gangen aanwezig waren. Bij de ingang hing
een compositie van kleine schilderijtjes waar de waarden van Regina Pacis door
het schoolteam tijdens een workshop waren opgeschilderd.
Daarnaast hingen er ook grote klassikale kunstwerken in de
gangen met daarbij –net zoals in een museum- meer uitleg over welke klas het
gemaakt had en gebaseerd op welk thema of kunstenaar.
Om een eerste beeld te krijgen van het muzisch schoolklimaat
heb ik mijn stagementor tijdens mijn observatiestage bevraagd.
Interview met mijn mentor:
Hoeveel uren per week worden er lessen muzische opvoeding
georganiseerd?
Er is standaard 75’ voorzien per week. Voor muzische
projecten kunnen die ook ‘opgespaard’ worden. We hebben ook de vrijheid om MuzO
te integreren in andere vakken (vooral WerO).
Welke muzische deeldomeinen (beeld, muziek, media, drama...)
worden er gegeven in de school?
Alle muzische deeldomeinen worden gegeven. Twee jaar geleden
hebben we hier op school -tijdens onze pedagogische studiedag- een hele
opleiding gekregen over de nieuwe muzische aanpak en de muzische grondhouding.
Daarna zijn we binnen de scholengemeenschap aan de slag gegaan om binnen elk
domein ‘perfecte’ muzische lessen –zogenaamde top-lessen- uit te werken. Dat
was een hele procedure die niet altijd even vlot verliep, voornamelijk door
gebrek aan duidelijke communicatie. Ondertussen werken we met een
verantwoordelijkheidsschema dat momenteel jaarlijks herzien wordt. De bedoeling
is er voor te zorgen dat de leerlingen -na hun schoolcarrière hier- voldoende
lessen binnen de verschillende deeldomeinen hebben gekregen. Elk jaar krijgen
wij door hoeveel top-lessen we binnen elk deeldomein moeten geven. Buiten de
top-lessen zijn wij vrij in het kiezen van MuzO-activiteiten. De
scholengemeenschap moedigt echter wel aan om zo vernieuwend mogelijk te werken
en onze bestaande lessen te herzien in het kader van het
verantwoordelijkheidsschema.
Hoe worden de lessen muzische opvoeding georganiseerd in de
klassen?
Elke klas is vrij in de organisatie van zijn MuzO-lessen.
Gezien het groot aantal klassen wordt er wel voor gezorgd dat de
parallelklassen ongeveer dezelfde lessen krijgen. Natuurlijk moeten de top-lessen
dezelfde zijn. Dit jaar waren dat er acht maar dit gaat de komende jaren verder
opgebouwd worden tot minimaal vijftien. Jammer genoeg hebben we niet de kans om
klasoverschrijdend te werken, al zorgen we er voor dat er regelmatig
toonmomenten zijn waar andere klassen op uitgenodigd worden.
Wordt er gewerkt met een jaarthema?
Ja, binnen Regina Pacis is er altijd een jaarthema. Vroeger
was dit gelinkt aan de godsdienst-lessen, nu aan de school of
scholengemeenschap. Dit thema is niet persé muzisch en hoeft ook niet muzisch
geïntegreerd te worden
Hoe worden de leerkrachten vanuit het schoolbeleid aangezet
tot creatieve muzische lessen?
De echt creatieve muzische lessen worden opgelegd vanuit en
gemaakt door de scholengemeenschap (top-lessen). Je mag zelf andere lessen
voorbereiden maar deze gelden niet als top-les binnen het
verantwoordelijkheidsschema – en mogen dus ook niet geëvalueerd worden op het
rapport- tenzij je ze eerst laat goedkeuren zodat ze in het schema worden
geplaatst.
Hoe worden de ouders betrokken bij de muzische groei van de
kinderen?
Zoals ik al zei worden enkel de top-lessen geëvalueerd voor
het rapport. Dit gebeurt niet door de leerkracht maar d.m.v. een zelfevaluatie
van de leerling op het niveau van proces en beleving. Hiervoor maken we gebruik
van de Muzenbum. Een aantal van de resultaten uit de les wordt meegegeven naar
huis maar vaak is dat niet mogelijk omdat er bijvoorbeeld geen blijvend
resultaat is (zoals bij drama, muziek of dans) of omdat het een groepswerk was.
Dit is niet zo erg omdat bij ons het resultaat ondergeschikt is aan het
leerproces en het welbevinden.
Hoe ervaart u als leerkracht de visie van de school omtrent
muzische opvoeding?
De visie is zeker oké. Kinderen moeten gestimuleerd worden
om muzisch bezig te zijn. Wat echter op veel weerstand botste was de
organisatie zelf. Er werd niet voldoende concreet gecommuniceerd waardoor er
vaak veel dubbel werk moest worden gedaan. De motivatie om mee te gaan met deze
nieuwe muzische visie ontbrak dan ook bij een aantal van mijn collega’s.
Zijn er dingen die u zou willen veranderen aan de
organisatie van de lessen muzische opvoeding?
Geen opgelegde hoeveelheid van het aantal top-lessen dat
gegeven mag worden maar wel een minimum. Nu willen ze volgend schooljaar het
aantal top-lessen verhogen van acht naar vijftien. Dit laat weinig ruimte voor
de creativiteit van de leerkracht. Eigen lessen krijgen geen plaats meer of
moeten eerst door de hele administratieve rompslomp om als top-les in
aanmerking te komen. Mij lijkt het beter om dit langzaam op te bouwen met bv.
twee per jaar zodat de leerkrachten nog hun eigen inbreng hebben en voldoende
tijd om hun bestaande lessen aan te passen aan het nieuwe systeem.
Mijn conclusie na het interview:
De school is zeker goed op weg om een stimulerend muzisch
schoolklimaat te creëren. Jammer genoeg staat het administratieve gedeelte de
creativiteit (en de motivatie) in de weg. Ik vind het ook jammer dat er zelden
klasoverschrijdend wordt gewerkt terwijl alle parallelklassen toch dezelfde
top-lessen krijgen. Nu moet elke leerkracht zich bezig houden met alle domeinen
terwijl ze misschien niet allemaal over dezelfde kwaliteiten beschikken. Het is
goed om MuzO te integreren in andere lessen, maar aangezien dit geen
verplichting is, gaat hier een grote opportuniteit verloren.
Actiepunten om het muzisch schoolklimaat te verbeteren:
Er wordt niet klasoverschrijdend gewerkt tijdens de lessen
MuzO, maar rond Sinterklaas wordt er op de school een Sint-carrousel
georganiseerd. Dit houdt in dat er een hele dag alleen maar workshops worden
gegeven waarop leerlingen zich kunnen inschrijven. Ze volgen telkens drie
workshops van twee lesuren. Het hangt van de organiserende leerkrachten,
stagiairs, ouders, grootouders en vrijwilligers af hoe muzisch deze workshops
zijn. Zelf heb ik dit jaar een workshop beeld gegeven rond ‘propjes’. Er waren
echter ook workshops cupcakes versieren, pannenkoeken bakken, dans, etc.
Er is ook elk jaar een schoolfeest waarbij een free podium
hoort. Hier treedt sowieso het schoolkoor op en krijgen andere leerlingen de
mogelijkheid om hun kunnen te tonen. Dit is echter op eigen initiatief van de
leerlingen en geen verplichting.
Wat ik heel leuk vind, is dat de school een eigen schoollied
heeft. Voor de laatstejaars is er ook altijd een afscheidslied. Dit wordt
geschreven door leerlingen van het 6de leerjaar zelf die zich daar kandidaat
voor stellen.
Behalve deze muzische initiatieven binnen de school worden
er ook elk jaar muzische activiteiten van buitenaf gevolgd. Zo was er dit
schooljaar een workshop –georganiseerd door ‘de Munt’- voor het 2de leerjaar en
zijn ook alle klassen naar een musical gegaan (1ste en 2de graad naar “Suske
& Wiske: de musical” en 3de graad naar “Grease”).
Actiepunt 1: Invulling verantwoordelijkheidsschema aanpassen
Om er zeker van te zijn dat de leerlingen kennis maken met
alle deeldomeinen, bouwstenen en werkvormen worden er nu vanuit het
verantwoordelijkheidsschema top-lessen opgelegd. Dit zorgt er echter voor dat
de creatieve inbreng van de leerkrachten zelf verminderd. De lessen zijn terug
te vinden in een ‘bibliotheek’ en er zo uit te gebruiken. De leerkrachten
worden niet verplicht om nieuwe top-lessen te bedenken en ze zijn niet allemaal
gemotiveerd dit te doen gezien de administratieve molen waar de lessen door
moeten om binnen het verantwoordelijkheidsschema te mogen passen als top-les.
Ik denk dat het belangrijker is om de leerkrachten te
motiveren zelf degelijke muzische lessen uit te blijven werken. Ik zie zeker
het voordeel van een denktank binnen de scholengemeenschap maar mijns inziens
is het beter om enkel het domein, bouwsteen en/of werkvorm op te leggen vanuit
het verantwoordelijkheidsschema en de invulling over te laten aan de
klasleerkrachten die dit dan klasoverschrijdend uitwerken.
Hiermee ga je de muzische grondhouding veel meer aanwakkeren
dan met verplichtingen.
Actiepunt 2: Geïntegreerd werken
De school zou het geïntegreerd werken binnen andere lesgebieden
moeten aanmoedigen. Om dit echter te bekomen, zal het nodig zijn de
leerkrachten de nodige bijscholing en coaching te geven. Zo kan ook
vakoverschrijdend projectwerk worden gepromoot.
Door geïntegreerd te werken, breng je voor de leerlingen
samenhang in het (muzisch) aanbod. Je laat ze de verschillende delen binnen het
grotere geheel ervaren. Door te integreren met andere leergebieden kan je een
onderwerp of thema vanuit verschillende hoeken bekijken. Zo creëer je
verbindingen tussen de verschillende vakken. Dit werkt extra motiverend voor de
leerlingen. Je moet er natuurlijk wel op letten dat er voldoende inhoud uit elk
leergebied (zowel muzische als andere vakken) aan bod komt.
Actiepunt 3: Een muzische ruimte en formeel toonplatform
voorzien
Momenteel worden de muzische resultaten op informele manier
gepresenteerd (beeldend werk in de gang, klas, soms foto’s op de website van de
school,…). Hierdoor gaat er veel moois ‘verloren’. Voor de leerlingen zou het
motiverender zijn om een degelijk platform te hebben om hun resultaten uit
muzische lessen te tonen.
Op de school is er heel veel muzisch materiaal aanwezig. Dit
zit echter her en der verspreid in de verschillende opbergruimtes en klassen.
Als we het klasoverschrijdend (en zelfs geïntegreerd werken) willen stimuleren,
zou een muzische ruimte een grote meerwaarde kunnen bieden. Hier kan dan het
muzisch materiaal uit alle deeldomeinen opgeslagen worden en ter beschikking
gesteld worden van alle klassen. Tevens kan er dan de nodige apparatuur
voorzien worden om bv. rond audio en video te kunnen werken. De klassen zijn
momenteel ook te klein om op een degelijke manier aan bewegingsexpressie of
drama te kunnen doen. Gezien de turnzaal bijna continu in gebruik is zou een
andere ruimte om muzisch aan de slag te gaan zeker een pluspunt zijn. Deze
ruimte kan dan ook gebruikt worden voor toonmomenten -al dan niet formeel- aan
andere klassen. Een muzische ruimte geeft je ook de mogelijkheid om meer te
experimenteren aangezien er meer materiaal aanwezig is en er minder rommel in
de klas terecht komt.