Doel:
belevingsevaluatie
Doelgroep:
vanaf de 1e graad (al was het in het 1e leerjaar niet evident voor alle lln om een ballon op te blazen)
Werkwijze:
Elke leerling krijgen een ballon. Het is de bedoeling dat ze deze ballon opblazen naargelang ze de activiteit al dan niet leuk vonden.
- Heel leuk = een volledig opgeblazen ballon
- Tussenin = een ballon die een beetje is opgeblazen
- Saai = een platte ballon
Materiaal:
Eén ballon per kindReflectie:
We hebben deze evaluatietechniek uitgetest na de vertelnamiddag in een eerste leerjaar.
Voordelen: een snelle en leuke manier van evalueren, ook voor de kinderen. Voor ons was het meteen duidelijk wat de lln ervan vonden.
Nadelen: niet alle lln konden reeds een ballon zelf opblazen, er is geen blijvend 'bewijs'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten